Pdf downloaden Pdf downloaden

De aanduidingen op een multimeter kunnen er voor de leek uitzien als geheimtaal en zelfs mensen met ervaring op het gebied van elektronica kunnen af en toe wel wat hulp gebruiken met een onbekende multimeter met afwijkende afkortingen. Gelukkig vergt het niet veel tijd om de instellingen te vertalen en te begrijpen hoe je de schaalverdeling moet uitlezen, zodat je weer verder kunt gaan met je werk.

Deel 1
Deel 1 van 3:

Het lezen van de schaal

Pdf downloaden
  1. Over het algemeen geeft V het voltage aan, een golvende lijn geeft wisselstroom aan (zoals je aantreft in de elektriciteitsinstallaties in huis) en een rechte of gestippelde lijn geeft gelijkstroom aan (zoals die in een batterij). De lijn kan naast of boven de letter zijn geplaatst. [1]
    • De instelling voor het testen van voltage in een AC-circuit is meestal gemarkeerd als V~ , ACV of VAC .
    • Om het voltage van een DC-circuit te testen stel je de multimeter in op V– , V--- , DCV of VDC .
  2. Omdat stroom wordt gemeten in ampère, wordt het afgekort met A . Kies nu gelijkstroom of wisselstroom, waar de schakeling die je gaat testen maar voor gemaakt is. Analoge multimeters hebben meestal niet de mogelijkheid om de stroom te testen.
    • A~ , ACA en AAC zijn bedoeld voor wisselstroom.
    • A– , A--- , DCA en ADC zijn bedoeld voor gelijkstroom.
  3. Dit wordt aangeduid met de Griekse letter omega: Ω . Dit is het symbool voor ohm, de eenheid van weerstand. Op oudere multimeters wordt dit ook wel aangeduid met R voor weerstand.
  4. Als je multimeter over deze instelling beschikt, houd het dan ingesteld op DC+ als je een gelijkstroomkring aan het testen bent. Krijg je geen meting en je vermoedt dat je de positieve en negatieve meetnaalden aan de verkeerde uiteinden hebt bevestigd, schakel dan over op DC- om dit te corrigeren zonder dat je de draden hoeft aan te passen. [2]
  5. Als je niet zeker weet waarom er verschillende instellingen zijn voor voltage, stroom of weerstand, lees dan het deel probleemoplossing voor meer informatie over meetbereik. Behalve deze standaardinstellingen hebben de meeste multimeters nog een aantal aanvullende instellingen. Als meer dan één van deze markeringen naast dezelfde instelling staat, dan kan het zijn dat beide tegelijkertijd worden gemeten, of je zal de handleiding moeten raadplegen.
    • ) ) ) en soortgelijke haakjes geven de 'continuïteitstest' aan. Bij deze instelling zal de multimeter een piepje laten horen als de twee meetnaalden elektrisch met elkaar zijn verbonden. [3]
    • Een rechte pijl met een kruis erdoor markeert de 'diodetest' voor het testen of eenrichtingscircuits met elkaar zijn verbonden. [4]
    • Hz staat voor Hertz, de eenheid voor het meten van de frequentie van AC-schakelingen. [5]
    • Het –|(– symbool staat voor capaciteit. [6]
  6. De meeste multimeters hebben 3 poorten of ingangen. Soms zijn de poorten aangeduid met symbolen die gelijk zijn aan de hierboven beschreven symbolen. Als deze symbolen je niet duidelijk zijn, raadpleeg dan de volgende gids:
    • De stekker van de zwarte meetnaald gaat altijd in de poort met de aanduiding COM , wat staat voor common (ook wel aarde genoemd). Het andere eind van het snoer van de zwarte meetnaald wordt verbonden met de negatieve pool.
    • Wanneer je het voltage of de weerstand meet, gaat de stekker van de rode meetnaald in de poort met de aanduiding voor de kleinste stroom (vaak is dit mA voor milliampère). [7]
    • Meet je de stroom, dan gaat de stekker van de rode naald in de poort met het label bedoeld voor het weerstaan van de hoeveelheid verwachte stroom. Meestal heeft deze poort voor zwakstroomschakelingen een zekering die belastbaar is tot 200mA , terwijl de poort voor schakelingen waar een sterkere stroom door loopt belastbaar is tot 10A . [8]
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

Het uitlezen van een analoge multimeter

Pdf downloaden
  1. Analoge multimeters hebben een naald die beweegt, achter een glazen plaat, om het resultaat aan te geven. Meestal zijn er 3 bogen te zien achter de naald. Dit zijn de verschillende schalen, waarvan elk een ander doel heeft: [9]
    • De Ω schaal is voor het meten van weerstand. Dit is meestal de grootste schaal en staat bovenin. In tegenstelling tot de andere schalen staat hierbij de 0 (nul) waarde uiterst rechts in plaats van aan de linkerkant.
    • De 'DC' schaal is voor het lezen van het DC-voltage.
    • De 'AC' schaal is voor het lezen van het AC-voltage.
    • De 'dB' schaal is de minst gebruikt optie. Zie het einde van dit deel voor een korte uitleg.
  2. Kijk goed naar de schaal voor voltage, hetzij DC of AC. Als het goed is staan er meerdere rijen met getallen onder de schaal. Kijk welk bereik je hebt geselecteerd op de wijzerplaat (bijvoorbeeld 10 V) en zoek het overeenkomstige label naast een van de rijen. Dit is de rij waarvan je het resultaat moet aflezen.
  3. De voltage schaal van een analoge multimeter werkt op dezelfde manier als een liniaal. De weerstand schaal echter, is logaritmisch, wat inhoudt dat dezelfde afstand op de schaal een andere verandering van de waarde is, afhankelijk van waar je bent op de schaal. De lijnen tussen twee getallen geven nog steeds gelijke delen aan. Bijvoorbeeld, als er drie lijnen staan tussen '50' en 70,' dan staan deze voor 55, 60 en 65, zelfs al zijn de afstanden tussen de lijnen van ongelijke grootte.
  4. Kijk naar de instelling van het bereik van de multimeter. Hiermee krijg je een waarde om de afgelezen meting mee te kunnen vermenigvuldigen. Bijvoorbeeld, als de multimeter is ingesteld op R x 100 en de naald wijst naar 50 ohm, dan is de feitelijke weerstand over de schakeling 100 x 50=5000.
  5. De 'dB' (decibel) schaal, vaak de laagste en kleinste van een analoge multimeter, vereist wat extra training om te gebruiken. Het is een logaritmische schaal die de voltageverhouding meet (dit heet ook wel gain of loss). [10] De standaard dBv-schaal in de V.S. definieert 0dbv als 0,775 volt, gemeten over 600 ohm weerstand, maar er zijn ook andere schalen, zoals dBu, dBm en zelfs dBV (met een hoofdletter V). [11]
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

Probleemoplossing

Pdf downloaden
  1. Behalve als je een multimeter hebt die het bereik automatisch instelt, hebben elk van de standaard modi (voltage, weerstand en stroom) diverse instellingen om uit te kiezen. Dit is het bereik welke je zal moeten instellen voor je de meetpennen vastmaakt aan de schakeling. Begin met je best gok van de waarde net boven het dichtstbijzijnde resultaat. Bijvoorbeeld, als je verwacht dat je 12 volt gaat meten, stel de meter dan in op 25V, niet op 10V, aangenomen dat dit de twee dichtstbijzijnde opties zijn. [12]
    • Als je geen idee hebt wat voor stroom je kunt verwachten, stel deze dan eerst in op de hoogste waarde, om te voorkomen dat je de multimeter beschadigt. [13]
    • Andere modi zullen de multimeter minder snel beschadigen, maar ga uit van de laagste instelling van de weerstand en neem als standaard 10V. [14]
  2. Op een digitale multimeter betekenen 'OL,' 'OVER,' of 'overload' dat je een hoger bereik moet kiezen, terwijl een resultaat zeer dicht bij nul betekent dat je een lager bereik moet kiezen voor meer nauwkeurigheid. Op een analoge multimeter betekent een wijzer die stil blijft staan dat je een lager bereik moeten kiezen. Een wijzer die voorbij het maximum uitslaat betekent dat je een hoger bereik zal moeten kiezen.
  3. Schakel de aan-/uitschakelaar uit of verwijder de batterij uit de schakeling om een accurate meting te krijgen van de weerstand. [15] De multimeter gebruikt de eigen stroom om de weerstand te meten, en als er al een stroom op de schakeling staat, dan zal dit het resultaat beïnvloeden.
  4. Om de stroom te meten zal je een schakeling moeten maken met de multimeter 'in serie' met de andere componenten. Bijvoorbeeld, maak een stroomdraad los van een contact van een batterij. Maak een meetnaald vast aan het draad en een aan de batterij om de schakeling weer te sluiten.
  5. Voltage is de verandering in elektrische energie in een deel van een schakeling. De schakeling hoort gesloten te zijn en er moet een stroom op staan. De multimeter hoort nu beide meetnaalden op verschillende punten in de schakeling te plaatsen, 'parallel' aan de schakeling.
  6. Analoge multimeters hebben een extra knop welke gebruikt wordt voor het aanpassen van de weerstandsschaal en wordt meestal aangeduid met een Ω. Voor je een meting doet van de weerstand in een schakeling houd je de twee meetnaalden tegen elkaar. Draai aan de knop tot de ohm schaal een nul aangeeft om het te kalibreren en doe vervolgens de daadwerkelijke test. [16]
    Advertentie

Tips

  • Als er een spiegel achter de naald van je analoge multimeter aanwezig is, draai de multimeter dan naar links of rechts, zodat de naald de eigen reflectie bedenkt en je nauwkeuriger kunt aflezen.
  • Als je de waarden zoals aangegeven op een digitale multimeter niet begrijpt, raadpleeg dan de handleiding. Standaard zal er een numerieke waarde worden aangegeven, maar het kan zijn dat er ook een instelling is voor het weergeven van staafdiagrammen of andere manieren om informatie weer te geven.
  • Als de naald van een analoge multimeter lager staat dan nul, zelfs in het laagste bereik, dan staan de '+' en '-' connectoren waarschijnlijk achterstevoren. Verwissel de connectoren en meet nogmaals.
  • De eerste meting zal fluctueren als je het AC-voltage meet, maar dit zal zich uiteindelijke stabiliseren in een accurate meting. [17]
Advertentie

Waarschuwingen

  • Als je niet een hogere bereik dan de verwachte output van de schakeling of batterij selecteert, kan dit resulteren in de beschadiging van je multimeter. Analoge multimeters zijn vaak veel kwetsbaarder dan digitale multimeters, terwijl digitale multimeters waarbij het bereik automatisch wordt geselecteerd het stevigst zijn van allemaal.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 21.928 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie