Pdf downloaden Pdf downloaden

Er zijn honderden soorten eiken in verschillende gebieden van de wereld. Deze populaire boom is eeuwenlang een waardevolle bron geweest van schaduw en schoonheid, en is nog steeds een geliefde boom in de landschappen van vandaag. Om eikenbomen nauwkeurig te kunnen identificeren, is het belangrijk om enkele van de belangrijkste kenmerken te onderzoeken die deze bomen uniek en mooi maken.

Methode 1
Methode 1 van 4:

Soorten eikenbomen determineren

Pdf downloaden
  1. Er zijn ongeveer 600 individuele soorten in het geslacht quercus (eik) – de meeste ervan zijn bomen, en een paar struiken. Enkele ervan zijn bladverliezend, sommige groenblijvend, sommige semi-groenblijvend. [1]
    • Eikenbomen zijn meestal inheems voor de bossen op het noordelijk halfrond, maar er zijn sterke verschillen, van de koude en gematigde bossen in Noord-Amerika en Europa tot de tropische jungle van Azië en Midden-Amerika.
    • Sommige eikenbomen zijn groenblijvend (met name bepaalde Amerikaanse soorten) en heten meestal 'live oak' (Quercus virginiana). Binnen deze groep vallen verschillende soorten met een groenblijvend groeipatroon, en het weerspiegelt geen van de taxonomische classificaties -- in sommige gevallen zijn deze soorten zijn slechts in de verte verwant. Dus, groenblijvende eiken kunnen worden beschouwd als een soort eik, maar alleen als groenblijvende eikenvariëteit.
  2. Zoek een geïllustreerde velddeterminatiegids om mee te nemen naar het bos; foto's helpen enorm bij je het benoemen van de specifieke eikensoorten.
    • In Noord-Amerika zijn eiken opgesplitst in twee hoofdgroepen: 'rode eik' en 'witte eik'. Rode eikenbomen hebben vaak een donkerder schors en gelobde bladeren die in een punt uitkomen; witte eiken hebben vaak een lichtere schors en bladeren met afgeronde lobben. [2]
    • Gangbare 'witte eik'-soorten zijn chinkapin (vaak in gebieden met een kalksteenrijke bodem), live oak, blackjack (op droge bergruggen), shingle (op vochtige hellingen), swamp chestnut (in waterrijke gebieden), witte eik (in verschillende ecosystemen), white oak swamp (in waterrijke gebieden), en overcup oak (Quercus lyrata; gevonden op stroombanken in moerasgebieden). [3]
    • Veel voorkomende 'rode eik'-soorten zijn water oak (in de buurt van stroombanken en laaglanden), noordelijke rode eik (in verschillende habitats), zuidelijke rode eik (op vochtige en droge hellingen), scarlet oak (op droge hellingen), willow oak (op vochtige hellingen), pin oak (in natte gebieden), en cherrybark oak (in de buurt van vochtige hellingen en laagland). [4]
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 4:

Eikenbladeren determineren

Pdf downloaden
  1. Let op een 'lob en sinus'-patroon op de eikenbladeren -- de bladen van het blad en de dalen ertussen.
    • De lobben van het blad zijn de afgeronde en puntige uitsteeksels die het blad haar vorm geven. Denk aan deze lobben als 'bladvingers', of uitbreidingen van de stengel. Verschillende soorten eiken hebben puntige of afgeronde lobben. [5] Rode eikenbladeren hebben vaak gepunte lobben, en witte eikenbladeren meer afgeronde lobben.
    • Tussen elke lob ligt een sinus, ofwel een inkeping in het blad waardoor de lobben worden geaccentueerd. Sinussen kunnen verschillen in diepte en breedte, en dus ook ondiep of smal zijn.
  2. De vorm van de bladeren van één eikenboom kunnen al van elkaar verschillen. Mogelijk moet je een aantal bladeren bekijken om een nauwkeurige classificatie te kunnen doen. [6]
    • Als je de soort eik niet uit de bladeren alleen kunt achterhalen, dan kun je andere kenmerken meenemen, zoals de eikel, de schors en de locatie -- zowel wat betreft terrein als de geografische locatie.
    • Eikenbladeren groeien in een spiraalpatroon langs de tak, wat betekent dat een waaier van bladeren er zelden 'plat' of parallel uit zal zien, zoals bijvoorbeeld palmbladeren groeien.
    • Eikentakken hebben de neiging om af te wijken van een rechte lijn, en ze hebben geen groei aan beide zeiden van de takken: Stel je voor dat je kijkt naar een vork met meerdere takken die uit hetzelfde punt ontspringen.
  3. De meeste eikenbladeren hebben een weelderige, diepe groene tint tijdens de zomermaanden, maar transformeren in rode en bruine kleuren voor de herfst.
    • De eik is één van de meest kleurrijke bomen tijdens de herfst, wat een andere reden is waarom ze een populaire verschijning zijn in het moderne landschap. Sommige eikenbladeren krijgen eveneens een rode of roze tint in het vroege voorjaar, maar dit verandert snel in de standaard groene kleur van de zomer.
    • Eiken hebben de neiging om hun bladeren laat in het seizoen te verliezen, en jongere bomen of takken zullen hun dode bruine bladeren helemaal tot in de lente vasthouden. De bladeren laten pas los wanneer er in het voorjaar nieuwe bladeren beginnen te groeien.
    • Een duidelijk kenmerk van een eikenboom in de winter zijn de dode, bruine bladeren. Eikenbladeren vergaan minder snel en blijven langer aan de bomen hangen dan de meeste andere bladeren. Je vindt ze meestal aan de basis van een eikenboom, maar houd er wel rekening mee dat bladeren van hun plek kunnen waaien op een winderige dag.
    • Witte eikensoorten kunnen roodbruine bladeren dragen in het najaar, terwijl rode eikenbomen vaak het meest dramatische herfstgebladerte laten zien. Rode eikenbladeren krijgen een dieprode kleur die stoutmoedig opvallen in het late herfstbos. [7]
    • Rode eikenbomen worden vaak verward met esdoorns. Esdoorns tonen hun herfstkleuren eerder in het seizoen, en hebben hun pigment meestal uitgeput tegen de tijd dat de eikenbladeren in volle groei komen. Je kunt esdoorns ook onderscheiden vanwege hun grote, opvallende bladeren.
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 4:

Eikels determineren

Pdf downloaden
  1. De eikel bevat de 'zaden' van de eik, en een eikel begraven op de juiste locatie kan uiteindelijk ontkiemen in een torenhoge eik.
    • De eikel ontwikkelt zich binnen een komvormige structuur, een cupule genoemd. De cupule levert de voedingsstoffen die vanuit de wortels en bladeren helemaal door de boom stromen -- langs de takken en door de stam in de eikel. Wanneer de eikel met de punt naar beneden ligt, moet de cupule eruitzien als een soort dop bovenop de noot. De dop maakt technisch gezien geen deel uit van de eikel, en is meer een beschermende bekleding.
    • Elke eikel bevat meestal een eikenzaadje, af en toe twee of drie. Het duurt 6-18 maanden voor de eikel om te rijpen tot een gekiemde eiken-zaailing; eikels ontkiemen het best in een vochtige (maar niet te vochtige) omgeving, en hun groei wordt op natuurlijke wijze geactiveerd door de winterse temperatuur van het noordelijk halfrond. [8]
    • Eikels zijn geëvolueerd in voor herten, eekhoorns en andere boswezens heerlijk voedsel. Wanneer dieren de eikels die verspreid over de bosbodem liggen eten, dan nemen zij de kleine eikenzaden mee aan boord. Wanneer ze de gegeten eikelzaden uitscheiden -- of, in het geval van eekhoorns, dwangmatig eikels verbergen en ze vervolgens vergeten in de lente – dan verspreiden ze de eikelzaden gedurende hun ecosysteem. De meeste zaden zullen het niet overleven om volwaardige eiken te worden, maar degenen die het uiteindelijk wel overleven, zullen uiteindelijk zelf eikels gaan produceren.
    • Wanneer een eikel op de grond valt, heeft die ongeveer een kans van 1 op 10.000 om een volwaardige eik te worden -- je begrijpt dus waarom de eik er zo veel van produceert!
  2. Eikels kunnen in grootte en kleur variëren, maar de meeste worden gekenmerkt door een hobbelige 'dop' en een gladde, puntige onderkant. De volgende afmetingen kunt je meer informatie geven over een boom:
    • Observeer de stengel waaraan de eikel groeit. Let op de lengte van de stengel en hoeveel eikels eraan groeien.
    • Let op de vormgeving van het dopje. De noot van de eikel komt uit een houtachtige dop, alsof het een hoed op heeft. Cupules kunnen geschubd zijn en wratachtige, harige gezwellen dragen die de vorm kunnen aannemen van een rand, of kunnen worden gekenmerkt door kleurveranderingen, zoals concentrische ringen.
  3. Sommige soorten hebben lange noten, terwijl anderen dik en bijna bolvormig zijn. Meet hoe veel van de eikel bedekt wordt door het dopje.
    • Als algemene regel geldt dat volgroeide eikels van de rode eik iets groter zijn: 1,8 cm tot 2,5 cm lang, waarbij het dopje ongeveer 1/4 van de noot bedekt. [9]
    • Volgroeide eikels van de witte eik zijn meestal iets kleiner: 1 cm tot 1,8 cm lang.
  4. Let op de kleur van de noot, of die een puntig uiteinde heeft, en of er andere onderscheidende kenmerken zijn, zoals ribbels of strepen.
    • Eikels van de rode eik zijn vaak vol roodbruin van kleur, terwijl die van de witte eik vaker vaalgrijze tinten hebben.
    • Witte eikensoorten produceren eikels in een cyclus van één jaar. Deze eikels bevatten minder tannine en smaken beter voor boswezens (herten, vogels en knaagdieren), maar de hoeveelheid eikels die ze produceren van jaar tot jaar is meer sporadisch.
    • Rode eikensoorten vergt het twee jaar om een eikel te laten rijpen, maar ze reproduceren jaarlijks, en ze bieden over het algemeen een betrouwbaar gewas op jaarbasis. Hoewel de eikels van de rode eik meer tannine bevat en, in theorie, niet 'zo goed smaakt', lijkt dit boswezens er niet van te weerhouden om alle eikels op te slokken die ze kunnen vinden.
    • De eikels van de rode eik bevatten meestal grote hoeveelheden vetten en koolhydraten, maar eikels van de witte eik bevatten de meeste koolhydraten.
    Advertentie
Methode 4
Methode 4 van 4:

Eikenhout en schors determineren

Pdf downloaden
  1. Let op een harde, grijze, schilferige schors met diepe groeven en richels.
    • De richels en groeven gaan vaak over in afgeplatte grijze gebieden op de grotere takken en de belangrijkste stam.
    • De kleur van de boomschors van de eikensoorten onderling kan wat fluctueren, maar heeft bijna altijd een grijstint. Sommige eikenschors is erg donker, bijna zwart, en soms is de schors bijna wit.
  2. Oude eiken zijn in het bijzonder kenmerkend voor vanwege hun indrukwekkende grootte, en in sommige gebieden (zoals de 'golden hills' van Californië) domineren deze kolossen het landschap.
    • Eikenbomen hebben de neiging om vrij groot en rond te groeien, waarbij sommige hoogten bereiken van 30 meter of meer. Eikenbomen zijn vol en evenwichtig, en het is niet ongewoon voor een eik om even breed te worden als hoog (met inbegrip van takken en bladeren).
    • Eikenstammen kunnen zeer massief worden: sommige soorten hebben een omvang van negen meter of meer. Eiken kunnen meer dan 200 jaar oud worden -- sommige wel meer dan 1000 jaar. [10] Over het algemeen geldt, hoe dikker de stam, hoe ouder de boom.
    • Het bladerdak van de eik neigt relatief breed te zijn, waardoor dit een populaire plek is voor schaduw en privacy tijdens de zomermaanden.
  3. Als een boom is geveld, gezaagd en gespleten, dan kun je afgaan op kenmerken zoals de kleur, de geur en het uiterlijk van de korrel.
    • Eiken is een van de hardste houtsoorten, en dat is waarom het hout ervan een populaire keuze is voor meubels, vloeren en andere huishoudelijke voorzieningen. Droge stammen eikenhout worden gebruikt als brandhout, omdat ze langzaam en grondig branden.
    • Nogmaals, er zijn vele soorten eik, dus helpt het om te weten waar de boom werd gekapt. Als je niet weet waar het hout vandaan komt, dan kun je wellicht alleen onderscheiden of je te maken hebt met rood of wit eiken. Deze kennis zou moeten volstaan voor de meeste niet-wetenschappelijke doeleinden.
    • Rood eikenhout heeft een rode tint en iets dieper rood drogen. Wit eikenhout zal wat lichter van kleur zijn.
    • Eikenhout wordt vaak verward met esdoorn, maar je kunt ze van elkaar onderscheiden door hun geur. Esdoorn heeft een zoetere geur -- vandaar de ahornsuiker -- en eiken heeft een zwaardere, rokerige geur.
    Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 20.814 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie