Pdf downloaden Pdf downloaden

Vliegeren is een leuke manier om een winderige middag in de lente of zomer door te brengen. Als je een beginner bent, begin dan met een deltavlieger of diamantvormige vlieger met één lijn. Als je op zoek bent naar een uitdaging, probeer dan een doosvlieger of parafolie-vlieger met twee lijnen. Vlieger altijd op een open plek, uit de buurt van bomen en elektriciteitsdraden. Als je moeite hebt om je vlieger in de lucht te krijgen, laat hem dan omhoog houden door een vriend.

Methode 1
Methode 1 van 4:

Je vlieger kiezen

Pdf downloaden
  1. Zoek een vlieger met de vorm van een driehoek of diamant; dat zijn delta- en diamantvliegers. Omdat ze vrij makkelijk te vliegen zijn, zijn deze twee soorten vliegers ideaal voor beginners. Ze vliegen goed in lichte tot middelsterke wind, dat is wind van ca. 9-24 km/u. [1]
  2. Zoek een vlieger met één lijn voor beginners. Ze worden aanbevolen voor beginners omdat ze makkelijker te controleren zijn. Vliegers met één lijn zijn het meeste geschikt voor lichte tot middelsterke wind. Echter, als je met je enkelvoudige vlieger toch in sterke winden wilt vliegeren, voeg dan een staart toe. [2]
    • Bij het kiezen van een staart voor je vlieger, moet je er een kiezen die gemaakt is van lichte materialen.
  3. Zoek vliegers die eruitzien als een vierdimensionale doos, slee of boog, dat zijn parafolie-vliegers. Kies een van deze vliegers als je een grotere uitdaging wilt dan de delta- of diamantvlieger. Ze hebben sterkere wind nodig om te vliegen, wind van ca. 12-40 km/u. [3]
    • Parafolie-vliegers bevatten doorgaans tunnels waar de wind doorheen kan.
  4. Zoek een vlieger met twee lijnen, dat zijn tweevoudige vliegers. Deze vliegers staan ook bekend als sport- of stuntvliegers en vereisen meer ervaring. Je kunt in lichte, middelsterke en sterke wind met deze vliegers vliegeren. Daarnaast heeft de vliegeraar dankzij de twee lijnen meet controle over de vlieger. [4]
    • Je kunt ook manoeuvres en trucks, zoals loopings, uitvoeren met tweevoudige vliegers.
  5. Deze zou verschillende vliegers moeten hebben om uit te kiezen. Als je de vlieger die je zoekt niet kan vinden, bezoek dan een gespecialiseerde vliegerwinkel op internet. [5]
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 4:

De juiste omstandigheden kiezen

Pdf downloaden
  1. Deze windsnelheid is geschikt voor de meeste vliegers, hoewel middelsterke wind ideaal is. Het is moeilijk om te vliegeren bij wind die langzamer of sneller is dan de genoemde snelheid. Controleer de weerapplicatie op je telefoon of computer om te zien wat de windsnelheid is op een bepaalde dag. [6]
    • Je kunt ook naar de toppen van bomen en struiken en naar de bladeren kijken om te zien hoe snel de wind waait. Als de wind bijvoorbeeld bladeren van de grond af tilt, dan zijn de vliegeromstandigheden ideaal.
  2. Een park, strand of open veld zijn goede plekken om te vliegeren. Probeer te vermijden om in de buurt van elektriciteitsdraden, gebouwen, wegen, vliegvelden en bomen te vliegeren. Verder moet je, als je een tweevoudige vlieger hebt, zorgen dat er ruimte is tussen jou en de andere mensen in het park. Verzeker ook dat anderen weten dat ze achter je moeten staan. [7]
    • Onthoud dat hoe meer ruimte je hebt, des te meer lijn je de vlieger kan geven en hoe hoger hij zal vliegen.
  3. De elektriciteit in regenwolken wordt aangetrokken door een natte lijn. Om te voorkomen dat je een schok krijgt, mag je nooit vliegeren bij regen of onweer. [8]
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 4:

Vliegeren met een enkelvoudige vlieger

Pdf downloaden
  1. Plaats de ribben en bevestig de lijn volgend de instructiehandleiding. Zorg ervoor dat je de richtlijnen controleert om de ideale windsnelheid voor de vlieger te bepalen. [9]
  2. Houd je vlieger vast aan de leidraad. De leidraad zijn de twee of drie draden die de vlieger verbinden met de lijn. Houd hem omhoog totdat hij wind vangt. [10]
  3. Zodra je vlieger de wind vangt, laat je de leidraad los en geef je de vlieger wat lijn. De lijn mag niet slap hangen, maat moet strak staan en moet wat vering hebben. Trek aan de lijn om de vlieger omhoog te richten. Dit zal helpen je vlieger hoger de lucht in te krijgen. [11]
  4. Vertel je vriend om de vlieger vast te houden en 15-30 meter van je weg te lopen. Laat hem de vlieger dan hoog in de lucht voor hem houden. Als de wind de vlieger pakt, kun je je vriend laten weten dat hij de vlieger los kan laten. Naarmate de vlieger stijgt, trek je de lijn handje voor handje in totdat hij stabiel is. [12]
  5. Als je vlieger daalt, is er onvoldoende wind. Verlaag de leidraad indien mogelijk één cm. Als je vlieger naar de grond duikt of draait, is de wind te sterk. In dat geval moet je de leidraad één cm verhogen. [13]
  6. Doe dit langzaam om je vlieger te laten landen. Terwijl je de lijn intrekt, moet verzekeren dat de lijn strak blijft, met wat speling. Terwijl je de lijn intrekt, loop je richting je vlieger totdat hij veilig op de grond is geland. [14]
    • Als je vlieger begint te draaien, is de lijn te strak. Geef hem wat meer speling door de lijn wat meer lijn los te laten.
    Advertentie
Methode 4
Methode 4 van 4:

Vliegeren met een tweevoudige vlieger

Pdf downloaden
  1. Plaats de ribben in de houder aan de punt van de vlieger. Bevestig de bovenste en onderste spreidstukken aan de aansluitstukken aan de hoofdranden. Bevestig de afstandhouders een de secundaire randen. Zorg ervoor dat je de vlieglijnen met een opzetlus bevestigt. [15]
  2. Plaats je vlieger op de grond. De onderkant van de vlieger moet omhoog wijzen. De onderkant van de vlieger is de kant waar de lijnen aan de vlieger bevestigd zijn. [16]
    • Je kunt de vlieger ook de vriend omhoog laten houden.
  3. Terwijl je achteruit loopt, laat je de lijnen langzaam vrij. Zorg ervoor dat beide lijnen dezelfde lengte hebben en dat ze recht zijn en niet gedraaid of in de knoop zitten. Terwijl je achteruit loopt trek je de handvatten naar je zijden. Dit zal de vlieger helpen om wind te vangen. [17]
    • Als een vriend de vlieger omhoog houdt, laat hem de vlieger dan de lucht ingooien als 10-15 m achteruit hebt gelopen.
  4. Doe dit om de vlieger te laten stijgen. De lijnen moeten strak staan en een beetje speling hebben, maar mogen niet loshangen. Als je vlieger begint te dalen, trek je de lijnen iets in en trek je zachtjes totdat de vlieger weer stijgt. [18]
  5. Leid je vlieger naar de rand van de wind. Op dit punt moet de vlieger in een hoek staan ten opzichte van de wind, in plaats van er loodrecht op. Loop langzaam naar je vlieger toe om hem veilig te laten landen. [19]
    • Zorg ervoor dat de lijnen strak staan en wat speling hebben terwijl je de vlieger naar de grond haalt.
    Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 10.232 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie