Pdf downloaden
Pdf downloaden
Een goede afslag is de basis van een goede score op een golf hole. Als je je driver goed zwaait en een goede afstand overbrugt met je afslag verminder je het aantal slagen dat je nodig hebt om de bal op de green te krijgen en verkort je de tijd die je doorbrengt op de fairway en in de rough. Een goede slag bij het golfen is deels houding en deels techniek. Volg onderstaande stappen en leer hoe je een driver efficiënter uitvoert op de golfbaan.
Stappen
-
Stel je op met één kant van je lichaam richting je doelwit. Als je rechtshandig bent en dus rechtshandige clubs gebruikt, moet de linkerkant van je lichaam, en dan in het bijzonder je schouder, gericht zijn naar je doelwit. Als je linkshandig bent en dus linkshandige clubs gebruikt, moet de rechterkant van je lichaam naar je doelwit gericht zijn.
- De kant van je lichaam die naar je doelwit gericht is, is je voorkant (voorste arm, voorste schouder, voorste been), terwijl de kant die weg van je doelwit gericht is, je achterkant is (achterste arm, achterste schouder, achterste been).
-
Positioneer jezelf correct in verhouding tot de afslagplaats. Je zou moeten staan zodanig dat de bal zich voor je hoofd bevindt. Als de bal zich evenwijdig aan je hoofd bevindt of erachter gaat dat ten koste van je afstand en is de kans groter is dat je de bal uit richting slaat.
-
Spreid je benen vrij ver, met je knieën lichtjes gebogen. Je voeten zouden zo ver uit elkaar moeten staan dat de afstand tussen de uiteinden van je voeten groter is dan de afstand tussen de tippen van je schouderbladen, met de bal parallel aan de binnenkant van de hiel van je voorste been. Hoe wijder je houding is, hoe wijder de boog waarmee je de driver kan zwaaien.
-
Grijp de driver stevig, maar natuurlijk vast. Er zijn drie manieren om een golfclub vast te houden: interlock, overlap en de tien-vingers grip. De meeste beginnende golfers zouden of de overlap of de interlock grip moeten gebruiken, met de achterste hand lager op de grip dan de voorste hand. Houd de golfclub zo vast dat je handen niet naar voren gedrukt worden of hem in een vreemde hoek vasthouden achter het clubhoofd. Je wil dat het clubface de bal recht raakt en niet in een hoek want dat zal de bal naar links of rechts doen afwijken.
-
Kantel je rug om ervoor te zorgen dat je voorste schouder hoger komt dan je achterste schouder. Je voorste schouder zou zich ongeveer op dezelfde hoogte boven je achterste schouder moeten bevinden als je voorste hand boven je achterste hand op de club grip. Terwijl je je schouder omhoog brengt, zou je meer van je gewicht op je achterste been moeten verplaatsen.
- Als je problemen ondervindt om de correcte hoek aan te houden met je schouders, verwijder dan je achterste hand even van de grip en plaats deze even achter je achterste knie. Dit zal automatisch je achterste schouder verlagen. Daarna kan je hem terug op de grip plaatsen.
- Als je deze stappen correct uitvoert zal dat ertoe leiden dat je driver de bal tegen een ondiepe hoek raakt en hem van de afslagplaats opheft. Omdat bij de afslag de bal van de grond gelift wordt, moet je hem niet raken met een neerwaartse slag zoals je doet met een ijzer of wedge op of vanaf de fairway.
Advertentie
-
Duw het clubhoofd weg van je tegen een lage hoek en begin je gewicht te verplaatsen naar je achterste been. Houd je handen in positie op de grip en je voeten plat. Je voorste arm moet gestrekt blijven tijdens de backswing zodat je hem niet opnieuw moet strekken tijdens de downswing.
-
Zwaai de driver opnieuw neerwaarts in een vloeiende beweging. Houd je voeten plat en verplaats je gewicht onmiddellijk naar de voorste voet. Het doel is niet om de bal zo hard je kan te slaan, maar om in een vloeiende beweging door de bal te slaan.
-
Houd je armen gestrekt als je slaat. Gedurende de backswing en downswing moet je voorste arm zo lang mogelijk gestrekt blijven. Beide armen worden gestrekt bij impact en blijven zolang mogelijk gestrekt.
-
Hef je achterste voet op en draai hem nadat je de bal raakt, niet eerder. Probeer tijdens het verplaatsen van je gewicht naar je voorste been, je achterste voet zo lang mogelijk op de grond te houden, ten minste tot na de impact. Deze beweging vereist wat flexibiliteit van je enkel.
-
Plooi je voorste elleboog en kruis en je achterste voorarm over je voorste voorarm. Dit zal de snelheid van de kop van je driver vergroten.
- Om je te helpen bij dit deel van de upswing, beeld je jezelf in dat je voorste arm en de shaft van je driver een hoofdletter L vormen en je voorarmen een X als ze kruisen
- Blijf zo ontspannen als mogelijk tijdens aanzet, downswing en upswing. Verkrampen zal er voor zorgen dat de bal naar links of rechts afwijkt.
Advertentie
Tips
- Oefen je slag regelmatig op de oefenbaan, op de baan zonder bal en binnen tijdens de winter. Oefening baart kunst en zal ervoor zorgen dat de bewegingen natuurlijk tot je komen, en dat je voor je ziet hoe je slaat voordat je echt slaat.
Advertentie
Waarschuwingen
- Zelfs met regelmatig spelen, regelmatig oefenen en het inbeelden van je slag zullen er periodes zijn waarin het niet zal willen lukken. Dit overkomt ook professionele golfers, en niet alleen als ze een puinhoop gemaakt hebben van hun privéleven.
Advertentie
Bronnen
Over dit artikel
Deze pagina is 13.969 keer bekeken.
Advertentie