PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Je bent iemand die altijd al heeft willen leren zeilen, maar je werd afgeschrikt door de terminologie, al die verschillende onderdelen en misschien zelfs door de mystiek van het zeilen zelf! Dan is dit een artikel voor jou: het behandelt de verschillende onderdelen van een zeilboot, veel voorkomende zeiltechnieken, de termen en definities en nog veel meer. Dit artikel is een goed begin, maar zorg er wel voor dat je eerst veel oefent met een ervaren zeiler voordat je alleen uitvaart.

Methode 1
Methode 1 van 2:

Voorbereiding

PDF download Pdf downloaden
  1. Inspecteer al het staand want -de kabels en lijnen die de mast ondersteunen- inclusief de draadspanners en de splitpennen die de verstaging aan de romp zekeren. Veel zeilboten zijn hun mast verloren vanwege een missende splitpen van 15 cent!
    • Controleer de lijnen ( lopend want ) die de zeilen hijsen en bedienen (respectievelijk vallen en schoten ). Let er op dat ze los van elkaar zijn, niet in elkaar geknoopt of aan iets anders vast en dat ze allemaal een achtknoop of een andere stopknoop aan het vrije einde hebben zodat ze niet door de mast of de kikkers kunnen worden getrokken.
    • Trek alle lijnen uit de kikkers en van de lieren af. Er zou nu niets moeten zijn dat de lijnen vastmaakt; alles moet kunnen bewegen en vrij zijn.
    • Als je een boomhijs hebt -een kleine lijn die de achterkant van de giek omhoog houdt en uit de weg als het zeil niet gebruikt wordt- maak deze dan los zodat de giek naar beneden zakt en vrij is, daarna maak je de lijn weer vast aan de kikker. Kijk uit voor de giek: die kan nu vrij heen en weer bewegen; het is gemaakt van aluminium en dat doet veel pijn als jij of de bemanning erdoor geraakt wordt. De giek zal de gebruikelijke positie innemen als je het grootzeil hijst.
    • Bevestig de helmstok. Zorg ervoor dat de helmstok deugdelijk is bevestigd aan de achterkant van de boot ( spiegel ). Nu is de boot klaar om de zeilen te hijsen!
  2. 2
    Bepaal de windrichting. Als je boot geen windrichtingindicator heeft ( windvaan ) aan de top van de mast kun je wat stukjes cassettetape of videotape van 25 cm bevestigen aan de wanten -de kabels die de mast op zijn plaats houden.
    • Plaats ze aan beide kanten op ongeveer 1.20 meter hoogte vanaf het dek.
    • Om effectief te kunnen zeilen moet je weten waar de wind vandaan komt.
    • Sommige zeilers vinden cassettetape te gevoelig voor dit doeleinde. Gebruik anders videotape.
  3. 3
    Stuur de punt van de boot naar de wind toe. Het idee is dat je zo min mogelijk weerstand van de wind hebt als je de zeilen hijst, met het zeil recht naar achter. In deze positie zal het zeil ook niet vast komen te zitten in de verstaging. Dat is niet altijd makkelijk, de boot stuurt moeilijk omdat je nog geen gang maakt. Doe je best en wees voorbereid dat je ervoor moet werken!
    • Dit is een goede tip: als het water niet diep is, of als je geen zijsteiger hebt, kun je de boot lopend voortrekken, weg van de steiger en dan het anker uitgooien. De boot zal dan automatisch zijn kop in de wind gooien!
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 2:

Het hijsen van de zeilen

PDF download Pdf downloaden
  1. 1
    Maak de zeilen vast. Bevestig de hoek aan de voor- en onderkant ( halshoek ) van het grootzeil en de fok aan hun respectievelijke harpen aan de giek en de boeg van de boot.
    • Er is een kleine lijn ( onderlijkstrekker ) die de achterkant van het grootzeil ( schoothoek ) aan de giek en de kikker bevestigt. Trek de lijn aan in de kikker. Dit trekt het onderlijk van het zeil strak.
    • Hijs het grootzeil door de val naar beneden te trekken totdat het niet verder meer gaat. Het zeil gaat nu als een gek klapperen, maar dat geeft niet als het maar eventjes duurt. (Te lang klapperen zal de levensduur en duurzaamheid van een zeil drastisch verminderen).
    • De rand van het zeil ( loef ) moet strak genoeg zitten om geen vouwen te hebben, maar niet zo strak dat je verticale plooien gaat zien.
    • Er bevindt zich een kikker in de buurt van de val waar het naar beneden komt van de top van de mast. Zet de val vast op de kikker. Gebruik de val van de fok om de fok te hijsen ( fok of genua ), en zet de val vast op de kikker. Beide zeilen zullen nu vrijelijk bewegen. Je hijst altijd eerst het grootzeil en dan de fok, omdat het makkelijker is om de boot in de richting van de wind te houden met het grootzeil.
  2. 2
    Pas aan aan de windrichting. Zeilboten kunnen niet recht tegen de wind in zeilen. Hieronder zie je aan de rode zone waar je niet kunt zeilen. Om aandewinds te kunnen zeilen moet een zeilboot ongeveer 45-50 graden van de windrichting af zeilen en van richting veranderen door te kruisen.
    • Stuur de boot naar links ( bakboord ) of naar rechts ( stuurboord ) zodat de boot een hoek maakt van 90 graden ten opzichte van de wind. Dit wordt halve wind genoemd.
    • Trek de grootschoot aan tot het zeil in een hoek van 45 graden ten opzichte van de as van de boot staat. Dit is een veilige plek voor het grootzeil terwijl je de fok afstelt.
    • Je begint nu van de wind af te bewegen en over te hellen. Meer dan 20 graden hellen betekent vaak dat je teveel zeil hebt gehesen. Haal de grootschoot los, dan neemt de helling af tot een comfortabelere 10 tot 15 graden helling.
  3. 3
    Trim het fokzeil. Alhoewel je het grootzeil eerst hijst moet je de fok eerst trimmen. Er zijn twee fokschoten, één aan elke kant van de boot. Trek de fokschoot aan aan de kant waar de wind niet vandaan komt ( lijkant ).
    • Trim het zeil totdat het voorlijk stopt met klapperen. Hou je hand op de helmstok en blijf op koers!
  4. 4
    Trim het grootzeil. Laat het grootzeil vieren totdat de voorkant begint te bollen, dan trek je het weer aan totdat het weer stopt.
    • Als de boot of de wind niet van richting is veranderd is dit de meest efficiënte plek om de zeilen af te stellen. Als iets verandert moet je daarop reageren.
    • Je bent zojuist de wereld van het zeilen binnengetreden, en je zult moeten leren om veel dingen tegelijk te doen, anders ben je de pineut.
  5. 5
    Blijf kijken naar het voorlijk van het grootzeil en de fok. Als het begint te klapperen heb je twee opties: ofwel je trekt de schoot aan tot het stopt, ofwel je stuurt van de wind af ( afvallen ). Als het zeil klappert betekent het dat je te scherp aan de wind vaart voor je huidige zeilafstelling. Als je iets afvalt (van de wind af) zullen de zeilen stoppen met klapperen.
  6. 6
    Let op de windrichtingindicators ( telltales ). Als je ziet dat het zo verandert dat de wind meer van achteren komt verspil je je energie. Laat het zeil vieren totdat het klappert en trek dan weer aan tot het stopt. Dit ben je constant aan het doen; kijken naar de zeilen, de telltales, en het trimmen van de zeilen.
    • Als de wind schuin van achteren komt noem je het ruim aan de wind . Dit is de meest efficiënte manier van zeilen omdat beide zeilen volledig gebruikt worden en de boot op volle kracht vooruit duwen.
    • Als de wind recht van achteren komt noem je het voor de wind . Dat is minder efficiënt dan ruime wind omdat de fok wordt afgedekt door het grootzeil en daardoor minder wind vangt.
    • Als je voor de wind zeilt kun je soms de fok naar de andere kant van de boot trekken. Je moet de helmstok goed op z'n plek houden om zo te kunnen varen. Let goed op andere schepen, want in deze opstelling wordt een groot deel van je blikveld je door de zeilen ontnomen.
    • Wees voorzichtig —Als de boot voor de wind vaart bevinden de zeilen zich ver buiten de boot en omdat de wind achter je is kan de giek ineens omslaan ( gijpen ), dan vliegt de giek over de kuip met veel kracht.
    • Als je een windvaan bovenop de mast hebt moet je niet de boot zo sturen dat de vaan naar het grootzeil wijst. Als je dat wel doet vaar je met de giek aan de aandewindse kant ( binnen de wind zeilen ) en je loopt een hoger risico dat de giek omslaat. De giek kan je zo hard raken dat je bewusteloos van boord wordt geslagen.
    • Het is gangbaar voor beginners om het zeil een beetje binnen te halen zodat het nooit ver kan omslaan.
  7. 7
    Hoog halvewinds. Stuur de boot iets naar de wind toe, 60-75 graden van de wind af. Je moet de schoten aantrekken zodat de zeilen meer in een lijn met de boot komen. Dit noemen we Hoog halvewinds . Het is nu net als bij een vliegtuig: de wind duwt niet, maar trekt de boot.
  8. 8
    Aandewinds. Blijf naar de wind toe draaien en trek de schoten aan totdat je niet verder meer kunt (de fok mag nooit de zalingen raken). Dit noemen we aandewinds , en is het scherpst aan de wind wat je kunt zeilen (ongeveer 45-60 graden van de wind af). Op een winderige dag zul je veel plezier hebben met aandewinds zeilen!
  9. 9
    Zeil naar een bestemming. Kies de richting die zo scherp aan de wind is als mogelijk, aandewinds. Meestal is dat 45 graden.
    • Overstag gaan. Als zo ver bent gevaren dat je echt iets moet gaan doen draai je de boot plotseling tegen de wind in, je trekt de fok uit de kikker of meteen van de lier af terwijl de voorkant van de boot ( boeg ) doordraait.
    • Het grootzeil en de giek slaan naar de andere kant. Het grootzeil zal automatisch goed komen te staan aan de andere kant, maar je moet snel de fokschoot aan de andere kant aantrekken in de kikker of lier, terwijl je de boot stuurt totdat het grootzeil wind vangt.
    • Als je dit goed doet zal de boot niet veel afremmen en kun je weer de andere kant op aandewinds varen. Als je te langzaam bent met het aantrekken van de fokschoot en de boot draait teveel van de wind af, raak dan niet in paniek. De boot zal een beetje opzij gezet worden totdat je weer tempo maakt.
    • Een ander scenario is dat het niet lukt om de boeg helemaal door te laten draaien, dan stopt de boot volledig. Je kunt dan helemaal niet meer sturen totdat je iets naar achteren gezet wordt, dan kun je de boot alsnog de juiste kant opsturen.
    • Stuur de helmstok in de gewenste richting en trek de fokschoot aan. De wind stuurt de boeg door de wind heen. Als je overstag bent gegaan, haal je de schoot van de lier aan de loefzijde en trek je de schoot aan aan de lijzijde en je bent weer op weg.
    • Omdat je zo snel snelheid verliest bij het overstag gaan moet je deze manoeuvre zo snel doen als mogelijk is. Blijf overstag gaan totdat je je bestemming bereikt.
  10. 10
    Doe rustig aan als je leert. Begrijp dat het het beste is om te oefenen op rustige dagen, oefen dus bijvoorbeeld met reven op een rustige dag.
    • Je moet vaak eerder reven dan je denkt!
    • Het is ook een goed idee om kapseisprocedures te oefenen op een rustige dag. Weten hoe je je boot weer recht krijgt is een noodzakelijke vaardigheid.
  11. 11
    Zeil veilig. Onthoud dat je anker en de ankerketting gebruikt kunnen worden om ervoor te zorgen dat je niet vastloopt, het kan zelfs gebruikt worden om weer los te komen.
    Advertentie

Tips

  • Koop een boek over zeilen met uitgebreidere informatie over de techniek van het zeilen.
  • Leer hoe je wolken moet lezen en hoe je daarmee het weer kunt voorspellen.
  • Als er een zeilvereniging in de buurt is, kun je misschien vragen of je vrijwilliger kunt zijn op een boot bij zeilraces. Je zult meer leren van één race dan van jaren alleen zeilen.
  • Leer zoveel je kunt over de spullen die je zult gebruiken en zelfs over de spullen die je nooit zult gebruiken. Dit geeft je een goed inzicht in hoe het werkt.
  • Je eerste zeilervaring zou op een klein meertje moeten zijn. Kies een fijne dag uit met een lekkere bries en geen slecht weer in aantocht.
  • Begin altijd met een ervaren zeiler die je eerst uitlegt waar alles toe dient en hoe alles heet.
  • De meeste zeilen hebben al stukjes telltales van gekleurd materiaal. Je hebt het zeil goed getrimd als alle telltales naar achteren stromen.
  • Als iets onverwachts gebeurt-teveel wind, man overboord etc.-onthoud dat je de boot kunt stoppen door alle schoten los te gooien. Dan zul je bijna stil komen te liggen.
  • Leer de knopen. De achtknoop wordt gebruikt aan het eind van een lijn om te voorkomen dat de lijn door een oog schiet. De paalsteek wordt gebruikt om een lus te maken aan een lijn. Als de paalsteek correct wordt uitgevoerd zal deze niet zelf veranderen en het is toch makkelijk los te maken. Hier vind je wat meer informatie over verschillende knopen: http://www.zeilstichtingaeolus.nl/index.php?id=21
  • Als je een motor op de boot hebt, zorg ervoor dat de deze goed onderhouden is en dat je precies weet hoe de motor werkt. De motor kan je redden uit penibele situaties.
  • Als je zeilt op zee moet je eerst leren over de getijden en stromingen, want dit kan net zoveel invloed hebben op het bewegen van de boot als de wind
  • Leer om de windrichting te bepalen met je oren. Laat de wind op je rug blazen en draai je hoofd langzaam van links naar rechts en terug totdat je voelt dat het gelijk is aan beide oren. Als je dat punt hebt gevonden weet je de windrichting, zo kun je de wind beter begrijpen zonder dat je je ogen nodig hebt.
Advertentie

Waarschuwingen

  • Het is ten zeerste aan te rade om de terminologie van de boot goed te kennen, lees eerst boeken over zeilen voordat je begint aan deze sport.
  • Bij zeilen kan je leven afhangen van bepaalde acties meteen uitvoeren voordat ze gedaan moeten worden, als je er voor het eerst aan denkt. Als je wacht tot het gedaan moet worden is het misschien te laat of te moeilijk. Volg je instinct.
  • Laat enthousiasme je beoordelingsvermogen niet beïnvloeden op een dag dat je eigenlijk niet uit moet varen. De wind kan op de steiger veel minder lijken dan op open water. Veel beginners (en ervaren zeilers trouwens ook) komen in de problemen als ze uitvaren met te harde wind om veilig te kunnen zeilen
  • Overboord gaan is een ernstige zaak, zeker als je alleen bent. Koud water, stromingen en andere boten kunnen groot gevaar opleveren en als de zeilen gehesen zijn is je boot zo verdwenen. Daar komt bij dat je bij sommige boten niet aan boord kunt komen zonder hulp. Als je in het donker zeilt moet je altijd een lamp op je schouder dragen en een knipperlicht zodat je makkelijker gered kunt worden.
  • Weet hoe je een VHF-radio moet gebruiken. In een noodsituatie is dat meestal de snelste manier om hulp in te roepen. Je kunt een mobiele telefoon gebruiken, maar met VHF kun je veel sneller contact maken met een schip in de buurt als je hulp nodig hebt.
Advertentie

Dingen die je nodig hebt

  • Een zwemvest is verplicht om aan boord te hebben voor alle passagiers (Zorg ook dat je een fluitje aan het zwemvest hebt!). Draag altijd een zwemvest. Kinderen moeten ook zwemvesten dragen als ze nog niet aan boord zijn.
  • Elk schip, ongeacht de lengte, is verplicht om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen voor noodsituaties. Doe onderzoek naar deze regels.

Over dit artikel

Deze pagina is 20.706 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie