Pdf downloaden Pdf downloaden

Snel en netjes bloed prikken is een belangrijke vaardigheid voor artsen, verpleegkundigen, laboranten en doktersassistenten. Een venepunctie is doorgaans een routineklus, maar het kan zijn dat je af en toe te maken krijgt met lastige aders. Begin bij Stap 1 hieronder voor nuttige informatie en technieken om lastige aders aan te kunnen prikken. [1]

Deel 1
Deel 1 van 3:

De ader zichtbaarder maken

Pdf downloaden
  1. Door een stuwband om de arm van de patiënt te doen kan er wel bloed naar de hand en arm stromen, maar kan er geen bloed terugstromen. Daardoor zwellen de aderen op en zijn ze beter zichtbaar. De stuwband mag niet zo strak om de arm zitten dat de bloedcirculatie afgeknepen wordt. [2] [3]
    • Doe de stuwband ongeveer tien centimeter boven de ader om de arm.
    • Een bloeddrukband die opgeblazen is tot 40-60 mm Hg werkt ook goed.
  2. Door de warmte zullen de aders van de patiënt zich verwijden en uitzetten, zodat ze beter te zien zijn. [4]
  3. In tegenstelling tot wat vaak in films te zien is moet je de arm palperen in plaats van erop te slaan. Slaan op de huid is een slechte techniek die een hematoom kan veroorzaken. Gebruik je wijsvinger om een ader op te zoeken. Aders voelen zacht en sponzig aan. Gebruik je duim niet, want daarbij loopt de slagader over het midden van de vinger.
    • Leg het warmtekussen of de warme kruik voor het desinfecteren op de plek. Na het desinfecteren mag de prikplek nergens meer mee in aanraking komen.
    • Leg het warmtekussen of de warme kruik niet zo op de huid. Wikkel er een dunne handdoek omheen om brandwonden te voorkomen. Als het pijn doet, dan is het warmtekussen of de kruik te heet.
  4. Veel mensen zijn bang voor naalden en het is heel normaal als iemand zenuwachtig is of opziet tegen het bloedprikken. Stress zorgt er niet alleen voor dat de aders moeilijk aan te prikken zijn, maar kan ook een negatieve invloed hebben op het resultaat van het bloedonderzoek (vooral bij een biochemisch bloedonderzoek). Stel de patiënt gerust en leg uit dat hij of zij erg kort lichte pijn zal voelen.
    • Vertel de patiënt om een rustige, ontspannende plek te proberen visualiseren en diep adem te halen .
    • Observeer de patiënt en laat hem of haar op de rug liggen als je denkt dat hij of zij wellicht flauwvalt. Er zal hierdoor meer bloed naar het hoofd stromen. De kans is ook kleiner dat de patiënt valt en zichzelf verwondt als hij of zij wel flauwvalt.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

Bloed uit de onderarm prikken

Pdf downloaden
  1. Controleer de naam, de geboortedatum en de reden voor de bloedafname, evenals het etiket. Zo zorg je ervoor dat er geen fouten worden gemaakt. Als de verkeerde gegevens op het formulier en/of de buisjes staan, kan dit tot problemen leiden bij het onderzoeken van het bloed of zelfs tot veiligheidsproblemen.
  2. Over het algemeen heeft de binnenkant van de elleboog de voorkeur omdat de middelste elleboogader over het algemeen goed te zien is. [5]
    • De middelste elleboogader loopt tussen de spieren door en is duidelijk te zien als blauwe uitstulping aan de binnenkant van je elleboog. Als je de ader niet kunt zien, kun je hem doorgaans voelen. De middelste elleboogader is meestal ook gemakkelijk aan te prikken omdat hij niet weg kan rollen van de naald door het weefsel dat zich eromheen bevindt.
    • Prik geen bloed op een plek waar de aders zich vertakken of bij elkaar komen. Daardoor is de kans op een onderhuidse bloeding groter.
  3. Meestal wordt er alcohol met een sterkte van 70% gebruikt om de plek te desinfecteren. Neem een plek van ten minste twee bij twee centimeter groot ten minste een halve minuut af. Na ongeveer twee minuten zou de alcohol verdampt moeten zijn. [6]
    • Alcohol is beter dan jodium, want als jodium in het bloed terechtkomt kan het de bloedwaarden veranderen die het laboratorium onderzoekt. Als je toch jodium gebruikt, gebruik daarna dan een wattenstaafje met alcohol met een sterkte van 70%.
    • Laat het desinfectiemiddel opdrogen voordat je de ader aanprikt. Blaas niet op de plek en wapper niet met je hand, want daardoor zal de prikplek besmet raken.
  4. [7]
    • Zorg dat de ader op zijn plek blijft door de huid onder de ader strak te trekken. Zo voorkom je dat de ader rolt.
    • Steek de naald in een hoek van 15 tot 30 graden in de huid en houd hem stil terwijl het bloed verzameld wordt.
    • Vul de buis met bloed en volg daarbij de volgorde op zoals voorgeschreven bij het laboratorium.
    • Verwijder de stuwband na een minuut en voordat je de naald uit de huid haalt. Als je de stuwband langer dan een minuut om de arm laat zitten, is dit van invloed op de concentratie rode bloedcellen en kan het resultaat van het bloedonderzoek beïnvloed worden. Het zal pijn doen als je de naald uit de huid trekt terwijl de stuwband nog om de arm zit.
  5. [8]
  6. Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

Problemen oplossen

Pdf downloaden
  1. Als je de middelste elleboogader bij beide armen niet kunt vinden, zoek dan naar een andere geschikte ader.
    • Ga bij de onderarm naar beneden en zoek naar de koningsader of armader. Deze aders kunnen ook door de huid heen te zien zijn. Vraag de patiënt om zijn of haar arm te laten zakken en een vuist te maken, zodat de aders beter te zien zijn.
    • De armader loopt langs de radiale kant van de onderarm (dezelfde kant als het spaakbeen). De koningsader loopt langs de ellepijp en wordt minder vaak aangeprikt dan de armader. Hij rolt namelijk eerder weg van de naald dan de armader omdat hij door het omliggende weefsel minder goed op zijn plek gehouden wordt.
    • Als je geen geschikte aders kunt vinden, zoek dan de vingeraders achterop de handen. Die zijn meestal erg goed zichtbaar en kunnen gepalpeerd worden. Deze aders kun je beter niet aanprikken bij oudere patiënten omdat de huid minder soepel is en de aders minder goed ondersteunt. De aders zelf kunnen ook fragiel worden.
  2. Prik geen plekken aan die:
    • Bijna geïnfecteerd zijn
    • Littekens hebben
    • Een genezen brandwond hebben
    • Zich op een arm bevinden dat zich aan dezelfde kant bevindt als waar de patiënt een mastectomie of fistel heeft gehad
    • Een blauwe plek hebben
    • Zich boven een infuuslijn bevinden
    • Zich op een arm bevinden waar de patiënt een canule, fistel of vasculaire bypass heeft
  3. Het kan zijn dat je af en toe problemen met de naald hebt. Hij kan bijvoorbeeld te diep in het weefsel steken of in een te lage hoek in de huid prikken (zodat de opening tegen de wand van de ader komt en het bloed niet goed in de naald kan stromen). [9]
    • Trek de naald iets naar achteren zonder hem uit de huid te halen.
    • Houd de naald iets minder schuin of schuiner terwijl hij zich nog steeds onder de huid bevindt, zodat je hem in de ader kunt steken.
  4. Bij veel laboratoria en ziekenhuizen is het zo dat er maar twee pogingen gedaan mogen worden om een ader aan te prikken. Laat een collega het bloed afnemen als beide pogingen mislukken.
    Advertentie

Waarschuwingen

  • Alle materialen die besmet zijn geraakt met bloed moeten weggegooid worden in een emmer of bak voor scherp en besmet afval, zoals een naaldemmer.
  • Materialen voor eenmalig gebruik mogen nooit hergebruikt worden.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 4.444 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie