PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Als je op een steile heuvel parkeert, zal de zwaartekracht zich tegen je keren. Je zult dan maatregelen moeten nemen om te zorgen dat je auto niet langzaam de heuvel af rolt. Gebeurt dit wel, dan loop je de kans dat je auto andere auto's of spullen beschadigt of zelfs mensen verwondt. Het is dus van groot belang dat je bij het parkeren de auto op de handrem zet en ervoor zorgt dat de wielen in de juiste richting geplaatst zijn. Als je een handgeschakelde rijdt, is het bovendien belangrijk dat je de versnelling in de juiste versnelling zet. Plaats de wielen richting de stoeprand als je de auto bergafwaarts parkeert (met de neus van je auto naar beneden) en weggedraaid van de stoeprand als je de auto bergopwaarts parkeert (met de neus van je auto naar boven). [1]

Methode 1
Methode 1 van 2:

Parkeren met een automaat

PDF download Pdf downloaden
  1. Het voorwiel aan de passagierskant van de auto moet hierbij lichtjes de stoeprand raken. Het achterwiel aan de passagierskant zou niet meer dan vijftien centimeter van de stoeprand af moeten staan. [2] Als je bergopwaarts op een heuvel parkeert, zorg dan dat je de lengte van een auto achter je eigen auto vrijhoudt. Als je bergafwaarts op een heuvel parkeert, zorg dan dat je de lengte van een auto voor je eigen auto vrijhoudt. Deze ruimte heb je later nog nodig als je de auto tegen de stoeprand aan wilt laten rollen.
  2. Draai de voorwielen schuin weg van de stoeprand als je bergopwaarts geparkeerd staat. Draai ze schuin richting de stoeprand als je bergafwaarts geparkeerd staat. Druk de rem in met je voet, zet de auto in zijn vrij (neutraal) en draai je stuur een slag in de juiste richting. Dit voorkomt dat je auto gaat rollen wanneer de handrem het onverhoopt begeeft.
    • Als er geen stoep is, draai de voorwielen dan richting de buitenkant van de weg, ongeacht of je bergafwaarts of bergopwaarts staat geparkeerd. Mocht je auto dan toch gaan rollen, rolt hij de berm of het gras in en niet de weg op waar ook andere auto's rijden.
    • Voorkom 'droog sturen': je wielen draaien terwijl je auto helemaal stilstaat. Dit is erg slecht voor je banden en het stuurbekrachtigingssysteem van je auto. [3]
  3. Als de wielen van je auto goed staan, haal je voet dan van de rem. Laat de auto langzaam naar beneden rollen totdat je voelt dat het voorwiel tegen de stoeprand aan komt. Druk de rem weer in met je voet en zet de auto in de parkeerstand.
    • Let er goed op dat er geen andere auto's aan komen rijden achter je. Maak goed gebruik van je spiegels en kijk regelmatig over je schouder.
  4. Controleer of de auto in de parkeerstand staat en zet de auto op de handrem voordat je uit de auto stapt.
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 2:

Parkeren met een handgeschakelde auto

PDF download Pdf downloaden
  1. Het voorwiel aan de passagierskant van de auto moet hierbij lichtjes de stoeprand raken. Het achterwiel aan de passagierskant zou niet meer dan vijftien centimeter van de stoeprand af moeten staan. [4]
    • Als je heuvelop parkeert, zorg dan dat je de lengte van een auto achter je eigen auto vrijhoudt. Deze ruimte heb je later nog nodig als je de auto tegen de stoeprand aan wil laten rollen.
    • Als je heuvelaf parkeert, zorg dan dat je de lengte van een auto voor je eigen auto vrijhoudt. Deze ruimte heb je later nog nodig als je de auto tegen de stoeprand aan wil laten rollen.
  2. Draai de voorwielen schuin weg van de stoeprand als je bergopwaarts geparkeerd staat. Draai ze schuin richting de stoeprand als je bergafwaarts geparkeerd staat. Druk de rem in met je voet, zet de auto in zijn vrij en draai je stuur een slag in de juiste richting. Dit voorkomt dat je auto gaat rollen wanneer de handrem het onverhoopt begeeft.
    • Voorkom 'droog sturen': je wielen draaien terwijl je auto helemaal stilstaat. Dit is erg slecht voor je banden en het stuurbekrachtigingssysteem van je auto.
  3. Zet de auto in zijn vrij terwijl je met je voet het rempedaal ingedrukt houdt. Als je er klaar voor bent, haal je voet dan langzaamaan van de rem af. Laat de auto rustig naar beneden rollen totdat je voelt dat het voorwiel de stoeprand raakt. Zodra je dit voelt, druk je de rem weer in met je voet zodat de auto stopt met rollen. [5]
    • Let er goed op dat er geen andere auto's aan komen rijden van voor of achter je. Maak goed gebruik van je spiegels en kijk regelmatig over je schouder. [6]
  4. Zet daarna de auto in de juiste versnelling. Als je bergopwaarts parkeert, zet je de auto in de eerste versnelling. Als je bergafwaarts parkeert, zet je de auto in zijn achteruit. Door de versnelling in de tegenovergestelde richting te plaatsen als de richting waarin je geparkeerd staat, voorkom je dat de auto gaat rollen wanneer de handrem het onverhoopt begeeft.
    Advertentie

Tips

  • Zorg er voor dat het remsysteem van de auto altijd goed op orde is. Laat de remmen controleren als je de auto voor onderhoud naar de garage brengt. Een goed werkende handrem kan zelfs op de allersteilste heuvels voorkomen dat een auto gaat rollen.
  • Als er geen stoep is langs de straat waar je wilt parkeren, draai de voorwielen dan richting de buitenkant van de weg, ongeacht of je bergafwaarts of bergopwaarts staat geparkeerd. Als je auto dan toch gaat rollen, rolt hij niet de weg op waar ook andere auto's rijden.
  • Bewaar een set wielblokken in je auto als je je zorgen maakt dat je auto toch kan gaan rollen op een heuvel. Wielblokken zijn stukken hout, rubber of metaal die speciaal ontworpen zijn om een geparkeerde auto op zijn plek te houden. Wielblokken zijn niet erg duur en je kunt ze bij bijna iedere winkel met auto-onderdelen kopen. Wielblokken worden ook wel wielkeggen genoemd.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 8.427 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie