Pdf downloaden Pdf downloaden

Langlaufen is een populaire wintersport en recreatieactiviteit. Langlaufen onderscheidt zich van alpineskiën in zowel techniek als materiaal en houdt in het doorkruisen van lange stukken vlakke sneeuw of lichte hellingen. Het kan worden gebruikt als een training voor het boven- en onderlichaam, een vervoerswijze of een manier om van het winterlandschap te genieten. De meeste mensen beginnen met de traditionele, klassieke methode van langlaufen, maar je vindt misschien de vrije stijl makkelijker als je al ervaring hebt met schaatsen of rollerskaten.

Methode 1
Methode 1 van 2:

Klassiek langlaufen

Pdf downloaden
  1. Ieder aangewezen langlaufgebied moet gladde, bijgehouden routes hebben, vaak met twee sporen waar je ski’s in passen. Dit is de beste manier om langlaufen te leren. Skiën buiten de loipes, of ‘buiten de piste’, vraagt behoorlijk veel meer moeite en wordt alleen aangeraden als je al gemakkelijk op de loipes skiet en stevige ski’s hebt. [1]
    • Als je niet op een voorbereid skigebied bent, kies je een vlak gebied met poedersneeuw zonder obstakels.
  2. Ga staan op vlakke grond met je ski’s evenwijdig aan elkaar. Buig naar voren bij de enkels en lichtjes bij je knieën. Houd je romp recht en niet gebogen bij de heupen. [2] Deze positie houdt je in balans, met je gewicht boven je voeten.
  3. Schuif een ski per keer een beetje naar voren terwijl je voelt hoeveel kracht je kunt gebruiken zonder je evenwicht te verliezen of boven je heupen te buigen.
    • Het vereist aanzienlijke kracht in de benen om deze schuifelende beweging om te zetten in de ‘schop en glij’ beweging die hieronder wordt beschreven. Veel recreatieve skiërs geven er de voorkeur aan om alleen deze schuifeltechniek te gebruiken om naar voren te bewegen. [3]
  4. Iedere skiër valt, dus leer vroeg in je training wat de juiste manier is om te gaan staan na een val. Zet de stokken opzij na een val. Zet je ski’s zodat ze evenwijdig aan elkaar zijn en rol eventueel op je rug om ze uit elkaar te halen. Zet de ski’s op de sneeuw aan één kant van je lichaam, en kruip naar voren tot je voeten achter je zijn. Kniel bovenop de ski’s en gebruik je stokken om jezelf omhoog te duwen. [4]
    • Als je op een helling valt, til je je ski’s op en zet je ze op de helling onder je neer om in een stabielere positie te komen. Kruip naar een vlakker gebied voordat je gaat staan. Houd de ski’s naar een kant als je kruipt, niet direct onder je, anders kan je gewicht ze de helling afduwen.
  5. Laat je skistokken even liggen, zodat je deze nieuwe beweging kunt oefenen zonder te steunen op je armkracht. Duw je rechter voet in de sneeuw om te bewegen, zwaai je rechter arm naar voren en je linker arm naar achteren. Verplaats onmiddellijk je gewicht boven je linker ski en til je rechter ski iets boven het spoor, terwijl je naar voren glijdt met je rechter ski achter je aan. Breng je rechter voet terug tot recht onder je en zet dan af met je linker voet en glijd op je rechter ski. Wissel af tussen voeten om te blijven bewegen. Probeer een ritme te vinden waarbij je benen afwisselen in gelijkmatige passen terwijl je heupen je gewicht van kant naar kant verplaatsen.
    • Zet af in de sneeuw met een pas een beetje naar voren, niet met een schop naar achteren. [5]
    • Ontspan je lichaam als je glijdt, met je gewicht een beetje naar voren om je vaart te behouden.
    • Dit kan vermoeiend zijn en moeilijk voor een beginnende skiër. Als je moe wordt, neem je pauze of ga je even terug naar de schuifelende beweging.
  6. Zodra de ‘schop en glij’ beweging wat automatischer voelt, pak je de skistokken. Meteen nadat je naar voren schopt met je rechter voet en je je gewicht naar je linker voet verplaatst, zet je je linker stok schuin naar achteren in de grond en duw je ermee om je glij extra vaart te geven. Gebruik je rechter stok om jezelf vaart te geven na een linker schop. [6]
    • Zet iedere stok dicht bij je lichaam. Je strekt je armen bijna niet uit naar voren. [7]
  7. Oefen de ‘visgraat’ methode van een heuvel op stappen. Wijs met je tenen naar buiten in de vorm van een ‘V’ met je ski’s achter je en rol dan je enkels iets naar binnen om de rand van de ski’s in de sneeuw te duwen voor een vastere grip. [8] Til één ski helemaal van de grond en stap naar voren. Houd je evenwicht met de skistok aan dezelfde kant als de ski waarmee je stapt. Wissel af met de ski en skistok aan de andere kant.
  8. Als een beginner glijd je alleen van licht glooiende heuvels die een spoor voor je ski’s hebben. Leun verder naar voren boven je ski’s als je naar beneden glijdt zodat je niet naar achteren valt. Als het niet prettig voelt om een bepaalde heuvel af te glijden, wijs je met de punten van je ski’s voor je naar binnen en zet ze dan schuin, zodat de rand het dichtst bij je in de sneeuw drukt. [9] Stap naar beneden met kleine stappen en houd je gewicht boven je voeten.
    • Als je plotseling halverwege een helling moet stoppen, hurk je laag en leun je naar achteren, en laat je je ski’s onder je vandaan glijden. Houd je skistokken uit de buurt achter je, waar je er niet overheen zult glijden of vallen.
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 2:

Vrije stijl of skating techniek

Pdf downloaden
  1. Het ‘klassieke’ langlaufen zoals hierboven omschreven is hoe de meeste mensen leren langlaufen. De vrije stijl is het beste voor atletische skiërs die snel willen bewegen of racen, of voor mensen met ervaring met schaatsen of skaten. [10]
  2. De vrije stijl omvat krachtige, hoekige bewegingen van de ski’s om een snellere snelheidsimpuls te geven. Dit is zelden mogelijk buiten onderhouden sporen met een stevig sneeuwoppervlak. Gespecialiseerde skating ski’s helpen ook bij het bieden van extra kracht en controle, hoewel je ook kunt proberen om de vrije stijl te doen op gewone langlaufski’s. [11]
    • Opmerking : Hoewel de meeste skiërs in de vrije stijl de loipes gebruiken, kun je niet skaten in het spoor in de loipe. Ski op het oppervlak van de loipe zelf, naast het spoor.
  3. Buig bij de enkels en knieën, maar houd je bovenlichaam recht en ontspannen. Buig je ellebogen en houd je handen voor je.
  4. Als je net begint te leren is het een goed idee om te oefenen zonder skistokken, zodat je kunt focussen op je beenbewegingen. Skistokken zullen later extra kracht toevoegen, maar moeten geen sterke beenbewegingen vervangen.
  5. Houd de ski’s naar buiten gewezen in de vorm van een V. Draai je rechter voet op je kleine teen en druk de buitenste rand van je ski’s tegen de sneeuw. Roteer je enkels terwijl je licht tegen de sneeuw drukt, zodat de ski weer in een vlakke positie komt en klaar is om naar voren te glijden. Breng je rechter voet terug in zijn oorspronkelijke positie en oefen dan deze beweging een paar keer met iedere voet.
  6. Nog steeds zonder stokken oefen je deze zelfde beweging, maar duw je harder en glijd je op de tegenovergestelde ski. Duw met je rechter voet en til hem dan op als je je gewicht helemaal naar je linker voet verplaatst om naar voren te glijden. Herhaal de beweging omgekeerd met je linker voet, en probeer je hele lichaam direct boven en in lijn met je naar voren bewegende ski te houden. [12]
    • Als je moeite hebt om je evenwicht te bewaren stop je en oefen je met je evenwicht bewaren op een ski per keer zonder te bewegen.
  7. Zodra je de glijdende beweging kunt herhalen, oefen je de ‘V-1’ skatende skibeweging. [13] Om dit te doen zet je beide stokken in de sneeuw op hetzelfde moment dat een van je voeten op de sneeuw landt. Je overgebleven voet raakt de sneeuw terwijl je stokken in de lucht zijn.
    • De V-1 volgorde van bewegingen is 'til voet 30 cm, 1 + beide stokken landen, duw met alle drie, til voet 60 cm, 2 landt'.
    • Je kunt de stokken timen gelijk met je linker voet of gelijk met je rechter voet, net wat je fijner vindt.
  8. De ‘V-1’ positie zoals hierboven beschreven moet je al sneller laten gaan dan in de klassieke langlaufstijl. Als je echter meer ervaren wordt en vooral als je interesse ontwikkelt in wedstrijden, zijn er nog meer technieken die je kunt leren. Mogelijk de bekendste van deze is de ‘V-2’ stijl, waarbij de beide stokken plant en duwt net voor iedere voet op de sneeuw landt. [14] Ervaren skiërs in de vrije stijl gebruiken dit gewoonlijk op vlak terrein om meer snelheid te maken en nemen de ‘V-1’ techniek van hierboven alleen als ze een heuvel opklimmen.
    • De V-2 volgorde van bewegingen is ‘til linker voet, plant beide stokken, duw, linker voet landt, til rechter voet, plant beide stokken, duw, rechter voet landt’.
    Advertentie

Tips

  • Begin met langlaufen op geprepareerde sneeuw, die een glad glijoppervlak biedt zonder te hard te zijn. Over het algemeen moet je proberen om te skiën over poedersneeuw zonder ijs en gebieden met stenen, boomwortels en andere obstakels vermijden.
  • In tegenstelling tot bij alpineski’s zit bij langlaufski’s alleen het voorste stuk van je laars vast en zit je hak los. Dit geeft je een grotere vrijheid om je voet te bewegen.
  • Sneeuw weerkaatst zonlicht heel fel, waardoor het makkelijk is om te verbranden. Doe zonnebrandcrème en een zonnebril op voordat je gaat skiën.
  • Ga opzij om sneller skiërs te laten passeren, of skiërs die je tegemoet komen van een heuvel af.
Advertentie

Benodigdheden

  • Langlaufski’s
  • Skistokken

Over dit artikel

Deze pagina is 1.760 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie